Het onderzoek pre-COOL is een groot wetenschappelijk onderzoek dat wordt uitgevoerd op verzoek van de Nederlandse organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) en het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen. COOL staat voor Cohort Onderzoek Onderwijs Loopbanen. ‘pre’ betekent: de periode voorafgaand aan de basisschool. Het onderzoek is namelijk bedoeld om effecten te onderzoeken van verschillende vormen van voorschools onderwijs dat met name op peuterspeelzalen en kinderdagverblijven wordt gegeven. Daarom volgen we kinderen die, voorafgaand aan de basisschool, een peuterspeelzaal of kinderdagverblijf bezochten. Maar ook kinderen die hier niet naar toe zijn geweest. Bij al deze kinderen worden op verschillende momenten gegevens verzameld over hun ontwikkeling. Dat gebeurde via de instelling waar het kind zat en via de basisschool waar het kind heen ging als het vier jaar werd. Aan alle ouders is gevraagd om een vragenlijst in te vullen.
De kinderen die aan het onderzoek meedoen worden langere tijd gevolgd, namelijk vanaf dat ze 2 jaar zijn of vanaf groep 1 in het basisonderwijs tot aan het einde van de basisschool. Als de kinderen van school veranderen, blijven we ze volgen op hun nieuwe school. We proberen steeds de groepen kinderen die meedoen zo compleet mogelijk te houden.
We hopen met dit onderzoek onder meer de vraag te kunnen beantwoorden hoe belangrijk het voor de ontwikkeling van kinderen is om een peuterspeelzaal of een kinderdagverblijf te bezoeken.
Als uw kind meedoet aan het pre-COOL onderzoek ontvangt u elke meting via de school een op naam gestelde brief, waarin u geïnformeerd wordt over het opvragen van gegevens. Als gevolg van de schoolsluiting door de coronacrisis heeft u deze (papieren) brief mogelijk niet ontvangen. De tekst van de brief vindt u hier.
Uw kind heeft mogelijk via de school een link naar een online vragenlijst gekregen. Toelichting hierop vindt u hier.
In totaal namen ongeveer 300 voorschoolse voorzieningen (kinderdagverblijven en peuterspeelzalen) in Nederland aan dit onderzoek deel en ongeveer 1.200 basisscholen. Een deel van deze basisscholen deed al mee aan het landelijke COOL5-18-onderzoek, dat tot 2016 elke drie jaar werd uitgevoerd bij leerlingen in groep 2, 5 en 8.
Zie voor meer informatie www.cool5-18.nl
Kinderen die aan pre-COOL meedoen, zijn daarnaast ook in groep 1 en 3 bij het onderzoek betrokken.
We willen met behulp van de onderzoeksgegevens verschillende vragen beantwoorden. Daarom wordt veel informatie verzameld. Hieronder staat welke informatie dat is voor de peuterperiode en het begin van de basisschool en hoe we dat hebben gedaan.
a. Testafname, observatielijstje en oudervragenlijst in peuterspeelzaal of kinderdagverblijf
Een deel van de kinderen doet vanaf de leeftijd van 2 jaar mee aan pre-COOL. Voordat zij naar de basisschool gingen, vonden al een aantal activiteiten plaats. Op 2- en 3-jarige leeftijd zijn testjes bij de kinderen afgenomen om informatie te verzamelen over de ontwikkeling van de kinderen. Deze testjes werden op de peuterspeelzaal/het kinderdagverblijf of thuis afgenomen door een ervaren testleider. Verder is de ouders gevraagd een oudervragenlijst in te vullen (zie punt b). Voor de kinderen die een deelnemende instelling bezochten werd door de pedagogisch medewerker een observatielijstje ingevuld (zie ook punt b).
b. Observatielijstje groep 1 en oudervragenlijst
De leerkrachten van groep 1 hebben voor alle kinderen uit de onderzoeksgroep een observatielijstje ingevuld. Dit gebeurde enkele weken nadat het kind de kleutergroep was binnengekomen. In deze observatielijst vroegen we de leerkracht gegevens in te vullen over de taalontwikkeling en de motorische en sociaal-emotionele ontwikkeling van het kind. Daarnaast ontvingen alle ouders van kinderen in de onderzoeksgroep via de kleuterleerkracht een oudervragenlijst. In de oudervragenlijst staan vragen over de kenmerken van het gezin, zoals:
Tevens hebben we via de school een aantal persoonsgegevens verzameld van alle kinderen in de onderzoeksgroep. Het gaat onder meer om de leeftijd, het geslacht en de datum van de eerste schooldag van de kinderen.
c. Ontwikkelingstestje in groep 1
Halverwege groep 1 werden bij de kinderen uit het onderzoek toetsjes afgenomen, waarmee onder andere hun vaardigheden op voorbereidend lezen en rekenen werden getoetst. Hiervoor maakten we gebruik van kleutertoetsen uit het Cito Leerlingvolgsysteem, die veel scholen zelf al bij hun leerlingen afnemen. De toetsresultaten werden door de school aan ons doorgegeven.
d. Toetsafname in groep 2
Toen de onderzoekskinderen in groep 2 zaten, werden -onderzoek opnieuw toetsen uit het Leerlingvolgsysteem bij de kinderen afgenomen, waarmee hun vaardigheden op voorbereidend lezen en rekenen werden getoetst.
e. Toetsafname in groep 3 en oudervragenijst
Toen de kinderen in groep 3 van de basisschool zaten, werden opnieuw toetsen bij hen afgenomen. Hierbij ging het eveneens om toetsen uit het Cito Leerlingvolgsysteem. De leerkracht nam de toetsen af op een zelfgekozen moment. Ook voor deze toetsen gold dat de resultaten door de school aan ons werden doorgegeven. Daarnaast ontvingen ouders in groep 3 een oudervragenlijst.
f. Toetsafname in groep 5
In schooljaar 2016/17 zitten de meeste kinderen uit het pre-COOL tweejarigencohort in groep 5. Dan zullen opnieuw toetsgegevens bij de scholen worden opgevraagd. De ouders van kinderen die aan pre-COOL deelnemen krijgen hierover bericht op het moment dat de toetsgegevens bij de scholen worden opgevraagd.
f. Toetsafname in groep 8
In schooljaar 2019/20 zitten de meeste kinderen uit het pre-COOL tweejarigencohort in groep 8. Dan zullen opnieuw toetsgegevens bij de scholen worden opgevraagd. Ook wordt de leerlingen gevraagd een vragenlijst in te vullen. De ouders van kinderen die aan pre-COOL deelnemen krijgen hierover bericht op het moment dat de benodigde gegevens bij de scholen worden opgevraagd.
Wanneer uw kind van school verandert, blijven we hem of haar op de andere school verder volgen. Met behulp van het onderwijsnummer, een centraal registratienummer voor kinderen in het onderwijs, kunnen we namelijk nagaan naar welke school het kind is gegaan. Via het onderwijsnummer kunnen kinderen gevolgd worden in hun gang door het onderwijs, ook bij verandering van school.
Het onderwijsnummer is hetzelfde als het persoonlijke burgerservicenummer dat uw kind van de overheid heeft gekregen. De scholen in Nederland geven met behulp van dit nummer gegevens door aan de overheid over de onderwijsloopbaan van alle leerlingen. Bijvoorbeeld op welke basisschool ze zitten, hoe lang ze daarover doen, welk advies voor het voortgezet onderwijs ze hebben gekregen, naar welke school voor voortgezet onderwijs ze zijn gegaan, op welk niveau ze eindexamen doen, en dergelijke. Die informatie wordt allemaal handig verzameld via het onderwijsnummer. Meer informatie hierover vindt u op de site www.duo.nl. Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) beheert de gegevens die bij het onderwijsnummer horen. Voor dit onderzoek werken de onderzoeksinstituten en het CBS samen, zodat we deze gegevens kunnen gebruiken. We hoeven die zaken dan niet allemaal aan de scholen te vragen en we kunnen kinderen die van school veranderen hiermee gemakkelijk weer terugvinden. Om te zorgen dat dit op een veilige manier gebeurt, zijn er speciale afspraken gemaakt tussen het CBS en de onderzoeksinstituten.
Pre-COOL is een onderzoek waarin kinderen langere tijd worden gevolgd. Het is dus noodzakelijk de namen van de leerlingen een hele poos te bewaren. Daar moet natuurlijk zorgvuldig mee worden omgegaan. De volgende regels gelden daarbij voor ons:
De onderzoeksgegevens worden op verschillende manieren gebruikt . Wetenschappers doen er analyses mee voor de beantwoording van vragen binnen wetenschappelijk onderzoek. Voor de overheid worden rapportages gemaakt over verschillende onderwerpen die voor landelijk onderwijsbeleid van belang zijn. We streven er naar al deze publicaties toegankelijk te maken via deze website.
Nee, deelname is niet verplicht, niet voor de scholen en instellingen en niet voor de kinderen/ouders. Maar u zult natuurlijk begrijpen dat het voor dit onderzoek heel belangrijk is dat zoveel mogelijk kinderen deelnemen. Het is immers de bedoeling om de effecten van verschillende vormen van voorschools onderwijs goed in beeld te krijgen. En dat kan natuurlijk het beste als iedereen uit de gekozen scholen en groepen meedoet.
Wij doen er alles aan om het onderzoek goed te laten verlopen en waarborgen de privacy van u en uw kind. Twijfelt u daarover, stelt u dan vooral uw vragen aan de leerkracht van de school of aan ons.
Mocht u er toch bezwaar tegen hebben dat uw kind aan dit onderzoek meedoet, dan vragen wij u om dit te melden bij de leerkracht van uw kind. Die zal uw bezwaar aan ons doorgeven. Wij zorgen er dan voor dat alle gegevens over uw kind uit het onderzoek worden verwijderd.
Het onderzoek wordt uitgevoerd door de volgende onderzoeksinstituten:
Tot de opheffing in april 2016 was het ITS van de Radboud Universiteit Nijmegen ook één van deelnemende onderzoeksinstituten.
Op deze website vindt u al veel informatie. Heeft u behoefte aan meer informatie of heeft u een specifieke vraag, stuur ons dan een e-mail. U krijgt zo spoedig mogelijk antwoord.